Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -
De Paalse Koninklijke Harmonie Hoop in de toekomst bestaat in 2020 150 jaar. Een mooie gelegenheid om die rijke geschiedenis te publiceren. ....
Vereniging met traditie
Onze Harmonie 'Hoop in de Toekomst' werd 150 jaar geleden opgericht en is sindsdien een van de oudste en meest actieve verenigingen van ons dorp.
Paalonline werkte de voorbije 15 jaar herhaaldelijk samen met onze muziekvereniging bij de organisatie van allerlei activiteiten en projecten zoals “De Grootste Palenaar”en “De Herdenking van WO1 en WO2”.
Telkens konden we ervaren dat heel wat aanwezigen, vooral de nieuwkomers in Paal, aangenaam verrast waren door het muzikaal gehalte van de Harmonie.
Jonge muzikanten gezocht !
beeld van Paal rond de eeuwwisseling (postkaart afgestempeld in 1902, de foto is dus ouder)
Paal rond 1870, oprichting van de Harmonie (uit: '100 jaar Harmonie Paal', Henri Jamar)
Paal is een van de bloeiendste gemeenten van de Limburgse Kempen. Sinds mensenheugenis was het een van de oude “buytinghen van Beeringen”. Tot op het einde van de XVIII e eeuw was zijn lot dan ook nauw verbonden met dat van de nabijgelegen veldstede. Rond 1870 telde de dorpskom slechts enkele stenen huizen rondom de fraaie kerk die in 1862 werd herbouwd. Meer van het dorpsplein verwijderd, langs de hoofdwegen naar Diest, Beringen en Tessenderlo vond men witgekalkte hoevetjes met strooien zadeldak.
Het Voorspel
Buiten de kermisdagen en de teerfeesten van de oude schuttersgilden hadden onze mensen geen enkele gelegenheid zich te ontspannen in eigen dorp. Hieraan verhelpen door gezond vermaak te verschaffen, scheen wel de voortdurende zorg van enkele bereidwillige vooraanstaande Palenaars. Werden zij door eigen volk verzocht een zangkoor te stichten zoals in de omliggende gemeenten er reeds bestonden ? Werden zij er toe aangezet, aangemoedigd en gesteund door de hogere overheid ? We weten het niet.
Zeker is dat in 1869 te Paal een “choeur” bestond. We vinden “zangkoor Pael” vermeld, naast andere namen van dergelijke verenigingen die in dat jaar optraden of zouden optreden te Hasselt. Wanneer dit zangkoor werd gesticht, wie er de leiding over had, hoeveel leden het telde, wat het gepresteerd heeft tijdens zijn bestaan, over dit alles tasten we in het duister.
Algemeen scheen men van oordeel te zijn dat het bestuur van de “Muzieksociëteit, De Fanfaren van Pael” in goede handen was. Dit wekte een groot vertrouwen bij de inwoners. Met vreugde zagen de leiders de inschrijvingen toenemen. De muzikanten moesten ouder zijn dan 15 jaar en de ‘mambers’ hoorden zowat tot alle standen. Werden als uitvoerende leden ingeschreven:
Burgemeester van Pael rond 1870: Joseph Vanseer (Vanzeir), ook erelid van de fanfare
Leonard Gilkens werd opgevolgd door muzikant Clement Porters.
Links: de personalia van Clement Porters, met dank aan de stamboomonderzoekers op Geneanet.
Deze Palenaar en muzikant van het eerste uur, werd tot directeur verkozen op 12 maart 1871. Hij genoot een bestuursvergoeding van 50 F per jaar en vrijstelling van de jaarlijkse bijdrage. Porters was met de beste gevoelens bezield en heeft heel wat ten goede gepresteerd.
Zijn eerste betrachting was de muziekuitvoeringen op hoger peil te brengen. Om de repetities zeer regelmatig te doen bijwonen, moest Benoit Bomans, de bode, de muzikanten iedere maal een “bijeenroepingsbriefje” overhandigen. Op een der eerste bestuursvergaderingen stelde Porters voor een muziekschool op te rchten in de schoot van de fanfare. Om Staats- en Provincietoelage te bekomen, diende er een degelijk reglement voorgelegd. Meester Frans Aumann zou hem hierbij behulpzaam zijn. Op 11 april 1873 ontving men bericht dat een jaarlijkse toelage van 50 f werd toegekend door de Staat.
foto begin vorige eeuw: het bekende huis Aumann op de hoek van de Schoolstraat en de St.-Janstraat
De nieuwe directeur stond voor een zware taak
Onmiddellijk begon Aumann met muzieklessen te geven. Op 1 juli werden de instrumenten weer aan de muzikanten afgeleverd. Alles scheen weer naar wens te gaan.
In augustus werden 19 nieuwe leden aangenomen. Hierbij waren tien spelende leden en negen ereleden.
Een paar instrumenten en enkele muziekstukken dienden op krediet aangekocht.
links: overbekende postkaart van het huis Aumann
De goede wil van directeur Aumann en muzikanten was waarlijk prijzenswaardig. De nieuwe secretaris, Pieter Vandevoort, schreef met veel lof over deze “comedie” en op 23 december “over de vlijt en goeden vooruitgang in het oefenen van de muziek”.
Op 8 mei 1881 belegde de commissie een speciale vergadering: aankoop van een vaandel. Naast al de commissieleden was ook Eerwaarde heer Straetmans aanwezig. De kas kon 100 frank afstaan en het overige zou men
Meermalen hadden de commissieleden opgemerkt dat het bij begrafenissen van ereleden niet ordelijk toeging en dat maar weinig uitvoerders aanwezig waren.
Op 6 september 1883 nam het bestuur volgende beslissing:
Nadat de fanfare in augustus 1887 de kermis had opgeluisterd te Beringen en te Lummen een concert had gegeven bij de inhuldiging van de kiosk aldaar, kreeg het korps toestemming om een festival te mogen houden in eigen dorp ter gelegenheid van de kermis op 5 september.
Het gemeentebestuur gaf 25 frank toelage voor het opbouwen van een kiosk.
Van de zeven zangsociëteiten, fanfaren en harmonieën die men had uitgenodigd, kwamen er zes: de fanfare, de zangsociëteit en de harmonie van Beringen, de harmonie van Lummen, de fanfare van Diest en deze van Tessenderlo.
Alfons Theunis, trouwe muzikant van het eerste uur bestuurde de fanfare van 11 augustus 1889 tot 30 augustus 1892. Offervaardig als hij was, genoot hij geen “schadevergoeding of bijlagen”. Dat betekent dat hij gratis dirigeerde. Hij was niet gewoon leiding te nemen en er gebeurde weinig wat het vermelden waard was.
Op 10 augustus 1890 gaat “Hoop in de Toekomst” naar het festival in Beringen. Een groot aantal ereleden waren van de partij. “Hoop in de Toekomst” was “bevoordeligd door een slecht weder, stormregen en een groot onweer”.
Op zondag 8 september 1895 hield men in Paal zelf een groot muziekfestival ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der fanfare “Hoop in de Toekomst”.
Het gemeentebestuur verleende 100 frank toelage. Die dag was het uitzonderlijk mooi weer. Paal was feestelijk bevlagd, vooral de kiosk.
Om 13u brachten de aangestelde commissarissen de deelnemende groepen naar het marktplein.
Hadden de uitnodiging beantwoord: de fanfaren van Beringen, Beverlo, Kortessem, Schaffen en Tessenderlo ; de harmonieën van Beringen en Halen ; de zangverenigingen van Kortessem en Tessenderlo.
Toen Jozef Vanzeir op 15 maart 1896 ontslag nam als voorzitter, werd hij opgevolgd door burgemeester Jonkheer de Quebedo.
Deze opvolging werd met een paar vaatjes bier gevierd en de werkzaamheden gingen hun gewone gang.
Ook op een ander vlak werd er gewerkt. Tijdens de lente van 1897 was de bouw van de kiosk nog niet beëindigd. De vloer diende herlegd om de waterafvoer te verbeteren. De dakbedekking zou bestaan uit walmstro.
links: burgemeester De Quebedo (hier leest u alles wat we weten over hem: http://www.paalonline.be/cms55/item/2433-burgemeester-de-quebedo)
Rond de jaren 1910 werd E.H. Luys, kapelaan te Paal, tot pastoor benoemd te Laer (Landen). De harmonie van Paal hier gekiekt te Landen bij de inhaling van E.H. pastoor Luys. Mocht u iemand herkennen, dan horen wij het graag !
De repetities, concerten, uitstapjes en festivals brachten heel wat kleur en leven in het dorp. Naast het jaarlijks feest waren er de vele drinkfeestjes, de toneelvoorstellingen en bonte avonden waar muzikanten, ereleden en “belangstellenden” zich wel vermaakten met de grappige toeren van Bert Baptist en anderen gevierde humoristen.
Op 7 juni 1908 ging de fanfare, 31 man sterk, naar Antwerpen. Het bestuur schonk 100 frank uit de kas om de kosten te dekken.
Werd toen de brug geslagen tussen Paal en Antwerpen?
Een paar Palenaars hadden zich in de Scheldestad metterwoon gevestigd. Jaarlijks bezochten ze hun geboortedorp en werden dan door de fanfare “naar hun familie gespeeld”. Tegenbezoek bleef niet uit. Hoop in de Toekomst bracht jaarlijks een tegenbezoek en was dan te gast bij Thijske Carremans op de Ossemarkt.
Tot enkele jaren voor de Tweede Wereldoorlog bleef de pleziertocht bestaan.