Op 5 december 1947 had de eerste naoorlogse algemene vergadering plaats. Meer dan 80 ere- en uitvoerende leden waren aanwezig.
Bij een milde traktatie aanhoorde men de lezing van het aangepaste reglement. Tevens werd er een nieuw bestuur verkozen.
Isidoor Convents werd voorzitter, Modest Dillen bleef directeur. Als ere-voorzitter werd Leon Reynders aangeduid en Leonard Ceunen als ere-ondervoorzitter. Reeds op 19 maart 1948 werd Theo Kenens als opvolger van I. Convents verkozen.
Dirigent Modest Dillen had de leiding van meet af stevig aangepakt. De uitrusting van de muzikanten die door de oorlogsomstandigheden zeer veel had geleden, diende in sterke mate verbeterd, zelfs gans vernieuwd.
Op 10 juni 1948 vroeg de directeur nieuwe instrumenten en petten voor het ganse korps. Een maand later vroeg men hiervoor 100.000 frank toelage aan het gemeentebestuur.
Daar deze vraag geen gunstig gevolg had, richtte men zich in december tot de groothandelaars.
Voorzeker kwam er ook langs deze zijde geen verheugend nieuws. We vinden nergens buitengewone ontvangsten genoteerd.
Daar de festivals weer aan de orde kwamen, werd aan het gemeentebestuur gevraagd een omheining rond de kiosk aan te leggen.
Henri Jamar
Het vaandel van de tweede harmonie "Willen is Kunnen" na vele omzwervingen terug op Buitingse bodem:
