Tijdgenoten vertellen ons dat in die periode van verwarring de maatstok werd opgenomen door de heren Huybrechts en Sneyers. Niet één bracht het tot een goed einde. Ze werden opgevolgd door Louis Ariën. Deze nieuwe directeur, zo vol van goede bedoelingen en moed, moest weldra zijn pogingen stop zetten en nam reeds ontslag op 3 september 1936.
De toestand scheen verre van opgeklaard. Een kordaat besluit werd getroffen: de speeltuigen werden ingezameld en voorlopig aan de goede zorgen van de toenmalige voorzitter, de heer L.Reynders, toevertrouwd. Het scheen dat de commissieleden ditmaal schaakmat waren gezet. Wie zou de toestand opklaren?
De muzikanten zouden de reddende hand reiken. Vroeger hadden ze immers medezeggenschap gekregen in het bestuur.
Ze hadden in bepaalde omstandigheden zelf hun directeur gekozen. Thans gaven ze weer uiting aan hun vastberaden wil te blijven voortbestaan en kozen als hun leider Modest Dillen.
Henri Jamar
De fanfaremaatschappij St.-Hubertus van het naburige Schaffen op bezoek in Paal, poseert voor het toenmalige gemeentehuis. Ongetwijfeld staan er ook Palenaars mee op de foto.
